Suzanne van Meerten verlaat na bij 33 jaar De Haagse en schrijft haar eigen afscheidsbericht op H|Nieuws: ‘Na bijna 33 jaar ga ik De Haagse verlaten; ik ben er mijn loopbaan begonnen, maar ga er mijn pensioen niet halen.’
“In niet-Covid-tijden zou dit aanleiding zijn geweest om tijdens een receptie met zo veel mogelijk collega’s terug te kijken op onze gezamenlijke avonturen bij De Haagse. Met z’n allen in het huiscafé: biertje erbij, paddenstoelenbitterbal (wie heeft dat toch verzonnen?), sterke en wat weemoedige verhalen en hopelijk veel pret. Als je lang bij zo’n grote organisatie hebt gewerkt, heb je veel collega’s meegemaakt. Ik had ze graag nog even bij elkaar gehad.
De meiden en vooral jongens van de HEAO, inmiddels allemaal flink op leeftijd of al met pensioen. Met hen ben ik professioneel opgegroeid als docent. Hoorcolleges voor 400 studenten, nauwelijks jonger dan ikzelf. Bedrijfspractica, communicatietrainingen, HBO-debattoernooien, interHEAO-sporttoernooien. “Jongens waren we, maar aardige jongens”.
De inspirerende collega’s met idealen met wie ik aan de slag mocht om een nieuwe opleiding te ontwikkelen (communicatie), de eerste interne audits uit te voeren, speciale schakeljaren voor scholieren te starten.
De collega’s van de ondersteunende diensten met wie ik de eerste hogeschool planning & controlcyclus inrichtte en uitvoerde. Het format voor de eerste hogeschool-managementrapportage in de geschiedenis van De Haagse verzond ik in 2005 per mail naar alle toen nog 23 directeuren van de hogeschool. Een aantal kreeg ik er terug met vragen als: waar bemoei je je mee, waarom wil je dat weten, kloppen die cijfers wel? Omdat ze met het hoofd op papier berekend waren, kon ik dat niet met zekerheid zeggen, maar ik blufte van wel. Om een goed gesprek te voeren, komt het er ook niet op aan of het rendementscijfer voor de propedeuse nu 3,2 of 3,8% was, toch? Ik zou graag een aantal van de directeuren van toen nog even gezien hebben; we gingen elkaar toch stiekem waarderen. En ik had even sorry kunnen zeggen tegen de collega’s van de diensten die mijn niet aflatende gedram over het belang van adequate stuurinformatie wisten te verdragen.
Misschien zouden er nog een aantal oud-collegeleden zijn verschenen; ik heb er toch bijna een dozijn van zeer nabij meegemaakt. Stuk voor stuk bijzondere mensen in een paradoxale positie: niemand heeft zo veel invloed als een bestuurder en niemand kan ook zo gemakkelijk genegeerd worden als diezelfde bestuurder. Het is soms lastig voor hen om deze situaties te onderscheiden.
Ik heb in alle functies veel geleerd, maar toch zeker het meeste als directeur Bestuurszaken/Secretaris College van Bestuur. Nieuwe organisatie, nieuwe strategie, conferenties, hier en daar een crisisje al dan niet uitgespeeld via de pers. Saai was het nooit. Mijn collega’s van Bestuurszaken zijn mij dierbaar: altijd hard werken in de schaduw. Ik kon altijd op hen rekenen. In 2018-2019 heb ik al zeilend genoten van een sabbatical. Daarna heb ik nog een aantal mooie klussen kunnen doen voor de school, o.a. bij de dienst HRM het kenniscentrum GUT’s.
De Haagse is een bijzonder instituut: als je niet wilt bewegen, mag je rustig blijven zitten, zwijgend of een beetje mopperen vanaf de zijlijn. Niemand doet je wat. Maar als je ideeën hebt, initiatief wilt nemen en een beetje lef hebt, dan kan en mag je -bijna- alles. Ik zag genoeg kansen om De Haagse weer een stukje verder te brengen en trof daarbij veel leuke, slimme, inspirerende en betrokken collega’s. Ik heb De Haagse zien veranderen van een school voor een eenduidige beroepsopleiding naar een instelling waarin een veelzijdige ontwikkeling van de student als persoon en professional voorop staat.
Bij een live afscheid zouden er vast sprekers zijn geweest die al dan niet subtiel mijn zwakke punten hadden benoemd. Hopelijk recht voor zijn raap, met humor en een beetje liefde. En ik zou vertellen over de voorkeur van De Haagse voor organisatorisch ingewikkelde oplossingen. Soms onlogische keuzes, tegen beter weten in. Over de hang naar de intellectuele planvorming. Over de onderwaardering van de inspanning om deze plannen uit te kunnen voeren, evenals de onderwaardering van de collega’s die hiervoor verantwoordelijk zijn. Over het vermogen tot improvisatie dat zo groot is dat zelfs de meest voorspelbare processen worden geïmproviseerd. Maar ook over de ruimte die De Haagse biedt om je te ontwikkelen, te onderzoeken, te innoveren. En over de mooie resultaten van deze bruisende, veelzijdige gemeenschap met al die meningen die zich in deze pandemische tijden goed staande houdt.
Dat alles kunnen we nu niet met een glas in de hand uitwisselen. Een aantal collega’s heeft mij gevraagd waarom ik vertrek bij De Haagse. Mijn antwoord is: ik ga een ‘Tom Demoulin-etje’ doen: kijken wie ik ben zonder De Haagse, zonder de veiligheid van die grote ruimhartige organisatie waarin voor iedereen plek is. Best spannend, maar het komt vast goed. Net als met De Haagse!”