artikel overgenomen van H/Nieuws
30 augustus, door Arie Verhoef
Gelijke mogelijkheden voor iedereen in het hoger onderwijs. Wie kan daar nu op tegen zijn?! En toch: is dat doel wel echt haalbaar? Dat is op donderdag 26 augustus onderwerp van gesprek in de Aula van De Haagse Hogeschool. Het gesprek tijdens bij de opening van het hogeschooljaar 2021-2022 is ook een eerste aftrap van het proces naar een nieuwe onderwijsstrategie. De Amerikaanse hoogleraar dr. Joseph Fishkin is keynotespreker op deze donderdagmiddag. Hij staat een andere benadering voor als het gaat om gelijke mogelijkheden voor iedereen.
Als we het hebben over gelijke mogelijkheden voor iedereen, waar hebben we het dan over? Wat is het probleem daarbij en zijn er oplossingen voor dat probleem denkbaar? Langs deze inhoudelijke lijnen worden boeiende gedachten uitgewisseld tussen 8 panelleden op het podium, zo’n 75 aanwezigen in de zaal en een veelvoud daarvan die via een livestream de opening kan bijwonen.
Aftrap
Bestuursvoorzitter Elisabeth Minnemann krijgt een warm applaus, wanneer zij zegt dat er niemand blijer is om het jaar weer te starten dan zij, omdat het met haar gezondheid beter gaat én omdat zij terug kan kijken op een bijzonder jaar waarin zij fysiek op afstand stond en toch een grote verbondenheid met de hogeschool heeft ervaren. Nu er gelukkig weer fysiek lesgegeven mag worden, roept zij de studenten op om daarvan dankbaar en verantwoord gebruik te maken. Ze verwelkomt ook de externe relaties. “Het komende schooljaar gaan we het hebben over belangrijke strategische vragen. Daarbij hebben we jullie nodig. Blijf dus met ons in gesprek.”
Vanuit Californië
De keynotespreker is dr. Joseph Fishkin, hoogleraar Rechten aan de UCLA, de Universiteit van Californië-Los Angeles, een van de topuniversiteiten binnen de Verenigde Staten. Fishkin doceert en schrijft onder meer over kiesrecht, onderwijsrecht en arbeidsdiscriminatiewetgeving. Zijn laatste boek is Bottlenecks, A New Theory Of Equal Opportunity. Vanuit zijn nieuwe kantoor in Californië vertelt hij in het kort wat hij in dat boek betoogt.
Hij beschrijft 2 studenten. De eerste is een diplomatendochter. Zij heeft geen financiële zorgen. Spreekt haar talen prima. Heeft via haar ouders een geweldig netwerk. De tweede student heeft dat allemaal niet. Hij heeft hard moeten werken om überhaupt toegelaten te worden tot het hoger onderwijs. De ontwikkelingspaden die zij belopen, zijn totaal verschillend. Als je aan beiden gelijke mogelijkheden biedt, is de eerste student toch bevoorrecht. Fishkin pleit daarom voor een pluralistische mogelijkhedenstructuur, die niet wordt gedicteerd door vereiste voorkennis en competenties.
Meer rechtvaardigheid
Jurriën Hamer, schrijver en Trouw-columnist, is het eerste panellid dat reflecteert op wat Fishkin heeft gezegd. Hij constateert een bepaalde tragiek in het hoger onderwijs. “Ook al doet zij nog zo haar best, het hoger onderwijs zal verschillen in afkomst niet kunnen overbruggen. Het is daarom beter om in te zetten op meer solidariteit.”
Die benadering kan tot misvattingen leiden, vindt Kiza Magendane, politicoloog, schrijver en strategisch beleidsadviseur. “We hebben het hier niet over een natuurwet. Wanneer de mogelijkheden ongelijk verdeeld zijn, is dat de consequentie van hoe we de samenleving vorm hebben gegeven.” Hij is nog steeds die Nederlanders dankbaar die destijds meer in hem zagen dan alleen een vluchteling. Voor hem is meer rechtvaardigheid de sleutel tot gelijke mogelijkheden.
Maar hoe dan? Nellie van de Griend, directeur van de faculteit Technology, Innovation en Society, haalt met instemming Fishkins woorden aan: “Meet them where they are. Sluit als hogeschool en als docent aan bij wat een student nodig heeft om het maximale uit zichzelf te halen.”
Het gaat erom dat studenten zich gezien weten, onderstreept Christina Moreno. Zij is oprichter en directeur van de organisatie She Matters die zich bekommert om Afghaanse en Syrische vrouwen. “Fishkin had het net over 2 studenten. Ik was vroeger die tweede. Zonder geld, zonder netwerk, met een andere kleur huid. Ik voelde dat ik niet werd gezien. Het is zo belangrijk om de studenten te zien zoals ze zijn, met alle mogelijkheden die zij in zich hebben!”
Mensen die in je geloven
Ook de studenten in het panel komen ruimschoots aan het woord. Boudewijn Brandewijn is vanuit het mbo ingestroomd. “Dan heb je het lastiger dan wanneer je van de havo of het vwo instroomt. Dat startpunt al maakt dus de mogelijkheden ongelijk.” Zijn medestudent Chelsea Takeu ziet ook dat de begeleiding van studenten vanuit het mbo beter kan. “Het onderwijs is heel goed in het bestempelen van studenten. Maar zo creëer je alleen maar meer hokjes. Veel medestudenten twijfelen aan zichzelf. Niet alleen studenten uit het mbo, maar ook studenten met een beperking. Die hebben meer begeleiding nodig. Mensen die in hen geloven.” Christina Moreno hoort hier veel overeenkomsten met de Afghaanse en Syrische vrouwen die zij begeleidt. “Ook zij twijfelen aan hun eigen kunnen. ‘Wat als ik faal?’, zeggen ze dan. Maar om daar antwoord op te krijgen, moet je het wel eerst proberen. Doe dat dan met mensen die in je geloven.”
Studentgeleide pedagogiek
Geloven in jezelf is heel belangrijk, zegt Youri Hemelop. Hij is onder de indruk van de verhalen van Christina en Kiza. “Ondanks jullie bottlenecks zijn jullie toch maar zover gekomen! Dat vind ik als student heel inspirerend.”
Studenten zouden meer ruimte en tijd moeten krijgen om hun eigen ervaringen te creëren, stelt de uit Amerika afkomstige student Fenna Milbauer. Haar geluid sluit aan op wat Naomi van Stapele en Nellie van de Griend als oplossing aandragen om iedere student maximale kansen te bieden. Naomi, lector Inclusive Education aan De Haagse Hogeschool, ziet mogelijkheden in studentgeleide pedagogiek. “Die is gebaseerd op kritische participatie van studenten in het hele onderwijsproces. Daarin worden zowel docenten als studenten volledig serieus genomen. Hiermee wordt op verschillende plekken geëxperimenteerd. De resultaten ervan zijn bemoedigend.”
Faculteitsdirecteur Nellie van de Griend vertelt over de studenten Industrial Design Engineering die hun eigen ontwikkelingspad kunnen definiëren en die op hun eigen momenten keuzes kunnen maken. “Dat vergt flexibiliteit in waar je je studenten ondersteunt, maar de studieresultaten zijn goed. Anders denken over hoe je de ontwikkeling van een student toetst, is bijzonder interessant.”
Gesprekken voortzetten
Bestuursvoorzitter Elisabeth Minnemann is blij met de vele inspirerende stemmen die zijn gehoord. “De rode draad daarin is steeds: to change the narrative. Als school kunnen we verschil maken in het leven van onze studenten. Het is onze verplichting om hun een rijke leeromgeving te bieden, waarin curricula passen bij de toekomstmogelijkheden van de studenten. We gaan dit jaar werken aan een nieuwe onderwijsstrategie. Deze opening beschouw ik als de aftrap van dat proces. Ik nodig jullie graag uit om het gesprek hierover voort te zetten, zodat we de fijne opdracht die we samen hebben – een leeromgeving creëren waarin iedere student zich gezien weet – kunnen realiseren.”