Hoe is het nu met..: Sabine ter Steeg?
door Alie Horden
Mamma, waarom ga je niet in Den Haag werken?
Ooit lieten we ons samen in heuse Western kleding fotograferen voor een postkoets tijdens het uitje van het Bestuursbureau van de Hogeschool van Amsterdam. Nu drink ik koffie in de gezellige lichte woonkamer van Sabine’s huis in het Statenkwartier van Den Haag. We halen herinneringen op aan zowel onze Amsterdamse als Haagse werk-periode.
Sabine vertelt hoe ze indertijd bij de Haagse terechtkwam. Haar achtergrond is leer-psycholoog en vanuit die achtergrond is zij haar loopbaan gestart binnen het MKB waar zij onderwijsbeleid ontwikkelde voor kleine bedrijven. In die periode zat zij ook in de onderwijscommissie van de Stichting van de Arbeid. Zij deed mee aan de onderhandelingen over het bestrijden van de jeugdwerkeloosheid. Vervolgens heeft zij zo’n 7 jaar gewerkt als extern adviseur t.b.v. diverse Ministers op het terrein van de praktijkopleidingen en het mbo, als o.a. aanjager van het Leerlingwezen. Vanaf 1996 was ze werkzaam bij de HvA op het terrein van Instroommanagement – dat zij daar heeft opgezet – en de aansluiting mbo-hbo.
De werkafstand Den Haag-Amsterdam viel echter niet mee voor iemand met een jong gezin. In 2001 vroeg één van haar dochters: Mamma, waarom werk jij eigenlijk niet in Den Haag? Tja, dat was best een goede vraag en Sabine nam contact op met Pim Breebaart. Zij kende hem vanuit Onderwijsgroep Haaglanden, voorloper van de Mondriaan Onderwijsgroep. Pim was voorzitter CvB en zij zat in in de RvT . Hij zag niet direct een mogelijkheid bij de Hhs maar nam haar cv welwillend in ontvangst.
Kort daarop werd zij toch gebeld door de hogeschool omdat men dringend op zoek was naar iemand voor de Aansluiting VO-MBO-HBO en toevallig sloot haar profiel hier naadloos op aan.
Lage verwachtingen
Ze startte op projectbasis maar dat werd al snel een structurele aanstelling omdat de noodzaak voor deze functie hoog was. Er was dan ook veel geld voor ontwikkeling aanwezig en dat gaf ruimte om nieuwe onderwerpen op te pakken. In Amsterdam had Sabine zich al bezig gehouden met Color-IT en die ervaring kon zij inzetten voor trajecten in het kader van diversiteit binnen de Haagse hogeschool. In deze rol had zij veel contact met studenten en daarvan hoorde zij steeds vaker dat broertjes of zusjes een (te) laag schooladvies kregen en door plaatsing op het nieuwe VMBO de aansluiting bij het HBO misliepen. In die periode heeft zij privé drie kinderen begeleid die veel slimmer bleken te zijn dan het schooladvies aangaf.
Dream big, reach high
Al snel bezocht zij, samen met Anna Maria Andriol, een aantal high schools en community colleges in Californië . Daar kregen kinderen uit achterstandswijken op school een maaltijd en bovendien werden zij gekoppeld aan studenten die hen begeleidden. Deze studenten hadden dezelfde achtergrond en werden betaald omdat zij meestal ook niet over veel middelen beschikten.
Sabine had net haar eerste digitale filmcamera en heeft alle activiteiten daar, inclusief interviews, gefilmd. Thuis maakten zij, Anna Maria en studenten daar een (amateur-)video van en presenteerden deze in een volle aula van de Hhs en in hun netwerken. De film, genaamd Dream big Reach high, bevatte alle elementen rond racisme, uitsluiting en (onderwijs)achterstand en werd enthousiast ontvangen.
Dit succes leidde binnen de hogeschool tot de ontwikkeling van mentor/tutor-projecten waarvoor veel interesse bestond bij de studenten. Vanaf dat moment was Sabine, naast Instroommanagement, belast met het onderwerp Talentontwikkeling.
De inbedding van deze aanpak in de staande organisatie ging niet vanzelf. Waar Sabine en haar collega’s beschikten over ruime middelen voor nieuwe projecten hadden de directeuren te maken met bezuinigingen.
Kenmerkend voor de projecten was dat ervaringsdeskundigen de projecten vormgaven en uitvoerden. Dit gold zowel voor de ouderejaars studenten, als de medewerkers. Dit was nieuw en riep weerstand op. Sabine: “Anna Maria en ik geloofden niet in werken volgens hiërarchische lijnen , omdat daar weerstand zat tegenover anders kijken naar de student en niet leidde tot vernieuwing.”
Uiteindelijk werd Talentontwikkeling binnen de organisatie opgenomen en keerde Sabine terug naar Instroommanagement en Aansluiting MBO-HBO.
Terugkijkend
Sabine kijkt met plezier terug op haar tijd binnen de Haagse. Ze glimlacht als ze terugdenkt aan een project waarbij MBO’ers konden ervaren hoe een studie aan het HBO verliep. Het was fijn om te zien dat de moeizame relatie tussen docenten MBO en HBO verbeterde. En dat de studenten/buddy-projecten nog steeds lopen is natuurlijk ook heel leuk. “Ik vond het het leukst om, met de voeten stevig op de vloer, samen met studenten en docenten aan de slag te gaan en dat door alle lagen heen te doen: van mbo-student tot bewindslieden” zegt Sabine. In dat kader verhaalt ze over een Hbo-raad-bijeenkomst met toenmalig Minister OCW Jet Bussemaker over het invoeren van instroom-eisen voor mbo-ers. Sabine had een student meegenomen die goed onderbouwde dat dit totaal niet zou werken. Het betoog van de student maakte indruk op de Minister en dit leidde mede tot een nieuw aanpak t.a.v. aansluiting mbo-hbo: de zgn. Studenten-labs waarin de inbreng van studenten die de overstap ervaren hadden serieus genomen werd.
Tot haar spijt moet Sabine concluderen dat de problematiek rond Instroommanagement nog steeds bestaat: nog altijd is er sprake van te lage verwachtingen over leerlingen en studenten wiens ouders niet gestudeerd hebben, de aansluiting havo/mbo naar hbo kan nog een stuk beter. Er lopen op dit moment bij de Hhs allerlei aansluitprogrammma’s, waarbij studenten als ervaringsdeskundigen worden ingezet. Ook worden er onderzoeken gedaan naar de effecten van deze programma’s. Al blijft het ingewikkeld om aantonen welke factoren welk effect hebben gehad.
Wat doet zij nu?
Familie vraagt allereerst haar aandacht: mantelzorg voor een stiefzusje en het in de kamer aanwezige speelgoed verraadt dat Sabine en haar man veel tijd besteden aan de vier kleinkinderen die allemaal ook nog eens dichtbij wonen. Bij voorkeur is zij creatief bezig met de kleintjes. Dat geldt ook voor haar zelf: “ik doe graag dingen waarbij ik me echt vrij voel”. En dat vindt zij in (improvisatie)toneelspelen, schilderen, tekenen, theaterbezoek en drummen op de ruimschoots in huis aanwezige djembés.
Haar hiermee al goedgevulde programma wordt gecompleteerd door haar bestuurslidmaatschap van Stichting Creëren. Een organisatie die artistieke producties en educatieve/kunstworkshops organiseert voor mensen uit de kwetsbare sectoren zonder toegang tot kunst.
Het laatste boek dat Sabine las is van Arthur Japin: De Zwarte met het Witte Hart; zij beveelt het onze lezers graag aan.
Gevraagd naar haar verwachtingen van Xnet veert ze op: natuurlijk veel vaker ex-medewerkers koppelen aan studenten! Naar aanleiding van de presentatie van het lectoraat Urban Aging op de laatste XNet-dag heeft zij aangeboden mee te willen denken over het stimuleren van zelfstandig wonen voor ouderen.
Na een lekker broodje geitenkaas verlaat ik met een glimlach op mijn gezicht deze actieve vrouw.