“Fuseren in Den Haag? Joh, probeer het maar. We zien het wel”
door John Deelen
Voorafgaand aan het interview met Jan van Dijk had ik nog eens de jubileumuitgave ter gelegenheid van het 5-jarig bestaan van de Haagse Hogeschool (het boek BRONS 1987-1992) doorgebladerd. Daaruit bleek toch wel dat we Jan een echte pionier mogen noemen.
Eerst een zeer beknopte samenvatting uit BRONS.
Eind jaren 70 van de vorige eeuw was er de ministeriële intentie om instituten voor het hoger onderwijs in Nederland samen te voegen. In 1983 verscheen daartoe de de STC-nota (Samenwerking, Taakverdeling en Concentratie).
De gemeente Den Haag nam het initiatief voor samenwerking in en rond Den Haag met een regionaal HBO-platform. Veel verder dan opiniërende en inventariserende gesprekken kwam men niet en op een gegeven moment zat het muurvast.
In juni 1985 is toen een projectgroep ingesteld door de gemeente om e.e.a. voor de fusie voor te bereiden. Voorzitter was Henk Vredeling, oud minister van Defensie en vice voorzitter van de Europese Commissie van de EEG waarbij het beroepsonderwijs deel uitmaakte van zijn portefeuille.
Hij wordt gezien als de architect van wat nu de Haagse Hogeschool is.
In april 1986 werd het eindrapport van deze projectgroep aangeboden aan de samenwerkende besturen van de HBO-instellingen. Om een versnelling in het proces te krijgen is toen een Coördinatieteam gevormd en daar komt Jan van Dijk goed in beeld als lid van dat 4-koppige team.
Overigens maakte ook Freek Vijlbrief (later ook CvB-lid) deel uit van dit team.
Op 15 januari 1987 werd het fusiebesluit voor de Haagse Hogeschool getekend en een overgangsbestuur ging aan de slag met de organisatorische voorstellen, o.a. over de sectorvorming.
Op 1 september 1987 was de Haagse Hogeschool een feit. Iedereen zat nog in de oude gebouwen, maar met de nieuwe organisatievorm (o.a. sectoren). Pas in september 1996 gaat men (bijna) allemaal naar de Unilocatie aan het Johanna Westerdijkplein.
Tot zover BRONS.
John Deelen in gesprek met Jan van Dijk (75), wegbereider en CvB-lid van De Haagse Hogeschool tussen 1987 en 1999.
Het blijkt dat Jan en ik al ruim voor onze interview-afspraak in de buurt zijn van de Unilocatie waar het gesprek plaatsvindt. Ikzelf loop een rondje door het gebouw om alle vernieuwingen van de laatste jaren te bekijken. Ruim 15 jaar (vanaf 1996) was het gebouw mijn 2e thuis en ik ken het dus vrij goed. Het is leuk om te zien hoe er veel veranderd is, maar toch is het nog steeds heel herkenbaar voor mij. Jan is een tijdje buiten het gebouw gebleven om daar de reuring te aanschouwen die er heerst rond het gebouw. Vooral de verbinding met Hollands Spoor maakt nog steeds indruk, evenals de grote stroom studenten en medewerkers die in en uit lopen. Op mijn vraag hoe het gaat antwoordt Jan dat er helaas wat (pensioen-)kilootjes bij zijn gekomen, maar dat het verder goed gaat. In ieder geval zit het in de bovenkamer nog goed, zegt hij. Dat laatste blijkt wel tijdens het gesprek als hij moeiteloos namen, jaartallen en gebeurtenissen weet te noemen uit zijn tijd bij de Haagse Hogeschool en voorgangers, die duurde van 1976 tot 1999.
Jan, hoe kwam je bij De Haagse Hogeschool terecht?
Ik heb sociologie gestudeerd in Utrecht. Daarna heb ik 4 jaar in Leiden gewerkt als wetenschappelijk medewerker bij het Sociologisch Instituut van de Universiteit Leiden. Via via vernam ik dat men bij de Haagse Sociale Academie in Den Haag een directeur zocht en ik ben daar in 1976 begonnen. Vanuit die rol ben ik betrokken geraakt bij de fusiebesprekingen in Den Haag en uiteindelijk ben ik door Henk Vredeling gevraagd om lid te worden van het Coördinatieteam. Ik vond dat een grote eer en heb me vanaf het begin ingezet om dit proces te doen slagen. De samenwerking in dit team en met de diverse directeuren van de instellingen is eigenlijk altijd wel goed verlopen. Natuurlijk met diverse hobbels, maar het doel was duidelijk en werd algemeen gedeeld.
“Fuseren in Den Haag? Joh, probeer het maar. We zien het wel”
Aan het begin van het hele fusieproces was men vanuit de Sociale Academie niet erg enthousiast. Het vertrouwen in de andere deelnemende instellingen was niet groot. Ik ben toen echter wel vrijgesteld van mijn taken als directeur met daarbij de opmerking: “Fuseren in Den Haag? Joh, probeer het maar. We zien het wel”. Aan het einde van de rit is men echter wel met overtuiging toegetreden tot de Haagse Hogeschool. Dat gold niet voor alle instellingen in Den Haag. Geprobeerd is o.a. om ook het Conservatorium en de Hotelschool mee te krijgen, maar die zijn zelfstandig gebleven.
Wat heb je voor herinneringen aan het fusieproces?
Met name de grote welwillendheid die er was om in Den Haag iets moois neer te zetten. Velen waren overtuigd van het nut van een grote HBO-instelling. Men zag mogelijkheden voor samenwerking met andere studie-disciplines en ondersteunende diensten, maar zeker het nieuwe gebouw dat er zou kunnen komen was aantrekkelijk. Velen zaten nl. op diverse locaties, vaak in oude gebouwen. Wat heel belangrijk is geweest was de rol van de gemeente, als ¨eigenaar¨ van diverse instellingen. Er was nl. geen universiteit in Den Haag en men zag in deze HBO-bundeling een mooie kans om Den Haag in onderwijsland op de kaart te zetten. Mede hierdoor is het mogelijk geweest dat de Haagse Hogeschool een paar nieuwe opleidingen heeft voortgebracht en landelijk gezien een unieke positie heeft ingenomen. Het was (en is?) de grootste instelling met alle opleidingen onder 1 dak. Alleen de Laan van Poot werd behouden, vanwege de vele grote sportvoorzieningen die men nodig had en die pasten niet op de Unilocatie. In die tijd is er ook veel discussie geweest over centraal en decentraal. Het was voor sommigen moeilijk om zaken ¨weg te geven¨, bv. personeelsbeleid en financiën. Ook bij de vorming van sectoren en het Centraal Bureau Hogeschool moesten veel moeilijke knopen worden gehakt. Wat ik me ook nog goed herinner is de werkplek van het Coördinatieteam. In het gebouw aan de Surinamestraat had Hans Bakker (toen directeur Tiele Academie, later secretaris College van Bestuur en na de hogeschool: directeur Scheepvaartmuseum) voor ons een ruimte beschikbaar op zolder. Niet bepaald een plek met grote uitstraling!
Wat staat je nog bij als lid van het College van Bestuur (CvB)?
Per 1 september 1987 werden Ans v.d. Berg (ex-wethouder voor de VVD) en ik benoemd als CvB-lid. Een maand later werd Albert-Jan Peters (ex-directeur huisvesting VO van het ministerie Onderwijs & Wetenschappen) benoemd. Dat was het eerste CvB van de Haagse Hogeschool. Het was de wens om een lid van het Coördinatieteam in het CvB te benoemen en het was voor mij een hele eer dat ik dat mocht zijn. Enige tijd later is ook Freek Vijlbrief CvB-lid geworden wat ik erg fijn vond. Ik heb nl. altijd heel plezierig met hem samengewerkt. Het was voor mij dan ook een hele schok toen ik hoorde dat Freek enige tijd geleden is overleden. Eerlijk gezegd kon ik me dat niet voorstellen van iemand zoals hij die vreselijk sportief leefde.
De eerste tijd huisde het CvB in de Torenstraat en later op het Louis Couperusplein (in het gebouw van de Intersector Informatica). We hadden daar de ondersteuning van het Centraal Bureau Hogeschool (CBH) en dat was een hele leuke tijd. Bijzonder was ook wel dat wij toen al aan bedrijfsfitness deden. Iedere vrijdag gingen we met een clubje naar de Laan van Poot om daar sportief bezig te zijn. We hadden een heel goede trainer. Een oud topatleet. Helaas ben ik zijn naam kwijt (dit was de enige keer dat Jans geheugen hem in de steek liet). In mijn portefeuille zaten o.a. onderwijs, studentzaken, personeel en facilitaire zaken. Een mooi pakket vond ik dat. Een belangrijk orgaan was het College van Overleg (CvO) [zie groepsfoto met linksboven Jan]. Dat bestond uit het CvB en de algemeen directeuren van de sectoren. Daar werden de beleidsbeslissingen van algemene aard genomen. Dat was niet altijd makkelijk hetgeen gedeeltelijk kon worden verklaard door de diverse achtergronden van de leden. Techneuten, economen en sociologen moesten op één lijn komen.
Toen we eenmaal op de Unilocatie waren gehuisvest liep dat allemaal veel makkelijker. Het dicht bij elkaar zitten heeft daarbij veel geholpen. Men kon veel makkelijker even bij elkaar binnen lopen. Voor de managementlaag van de Haagse Hogeschool is dat heel belangrijk geweest. Wat mij ook altijd is bijgebleven is het goede contact tussen CvB en Hogeschoolraad (=medezeggenschap). Alles was bespreekbaar en er werd goed naar elkaars standpunten geluisterd. De raad had op veel onderwerpen instemmingsrecht en dat was een goede zaak. Het ging (en gaat) op de Haagse Hogeschool immers over een zeer gemêleerd gezelschap met uiteenlopende wensen en verlangens.
Wat betekent de Unilocatie als gebouw voor je?
Eerlijk gezegd ken ik het gebouw niet goed. Het hele bouwproces is begeleid door Albert-Jan Peters en ik heb in die periode slechts de hoofdlijnen gevolgd. Wel heb ik vaak gesproken met de architecten van Atelier PRO over de wensen van en de (on-)mogelijkheden voor de hogeschool. Toen we met het CvB inhuisden zaten we redelijk weggestopt in de ¨bungalow¨. Bijna alle overleggen die wij als CvB-leden binnen de hogeschool hadden vonden daar plaats. Iedereen kwam naar ons toe. Een enkele keer liep ik wel eens een rondje door het gebouw, maar echt goed heb ik het niet leren kennen. Waar ik me wel mee bemoeid heb is de kunst in het gebouw. Ik was voorzitter van de kunstcommissie en met de toenmalig adviseur kunst, Jurriaan van Kranendonk, hebben we met veel genoegen een behoorlijk bedrag aan kunstwerken de hogeschool binnen gehaald. In die tijd moest je nl. 2% van de bouwsom daar aan besteden. De vele unieke foto´s in het gebouw en de bekende vaas voor de ingang zijn slechts enkele voorbeelden. Wat ik nu zie op het centrale plein en de ruimtes daar om heen vind ik erg mooi en leuk. Het leeft enorm en is niet meer het kale lege plein van het begin. Het heeft wel een aantal jaren geduurd voor het zover was, maar nu is het echt een mooi visitekaartje als je binnenkomt.
Wat ben je gaan doen na de hogeschool en wat houdt je nu bezig?
Ik ben directeur geworden bij de Raad van Rechtsbijstand in Den Haag. Daar houdt men zich onder meer bezig met sociale advocatuur en het toezicht houden op de uitvoering van diverse wetten. De organisatie was verwaarloosd en er moest weer een goede structuur opgebouwd worden. Ik moet eerlijk bekennen dat dat goed is verlopen. Bij mijn afscheid is mij veel lof toebedeeld. Ik ben daar in 2009 met vervroegd pensioen gegaan omdat er gereorganiseerd werd. Ik vond het toen wel mooi geweest. Het was eigenlijk best wel raar om toen aan die kant van de tafel te zitten bij de reorganisatie-gesprekken. Bij de Haagse Hogeschool zat ik bij dergelijke gesprekken nl. altijd aan de andere kant.
Ik heb nu nog een aantal leuke dingen die ik graag doe.
Ik zit in het bestuur van Reizigersvereniging Rover (afdeling Holland/Rijnland).
Ik ben voorzitter van de VvE van het complex waar ik woon (51 appartementen).
En binnenkort treed ik toe tot het bestuur van Progressief Oegstgeest (samenwerkingsverband van PvdA en GL).
Als afsluiting gaan Jan en ik nog even kijken in de ¨bungalow¨. Daar wordt nu druk verbouwd en we kunnen Jans kamer niet meer terug vinden. Het huidige CvB is daar weg en het wordt geschikt gemaakt voor andere doeleinden. Wel gaan we even langs bij de plek waar het CvB nu zit. Dat blijkt een mooi opgeknapt gedeelte op de 2e etage van het Ovaal te zijn. Er zitten hier en daar groepjes studenten en in enkele ruimtes zitten wat personeelsleden. Wie ze zijn en wat ze doen hebben we niet kunnen ontdekken. De ruimtes zijn alleen maar genummerd en zijn lokaal, vergaderplek of kantoor. Er staan geen namen en functies. Als we vragen waar de kamers van de CvB-leden zijn, worden we naar een kleine kantoorruimte verwezen met 3 bureaus dicht tegen elkaar aan. Dat is hun werkplek!
Jan is hogelijk verbaasd en kan zich niet indenken dat hij zo had moeten werken.
Onder de rode luifel nemen we afscheid en ik kijk hem enige tijd na:
Jan van Dijk, een sociale pionier!
Haagse Pioniers
Ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van De Haagse Hogeschool is de XNET-redactie een nieuwe reeks gestart onder de naam ‘Haagse Pioniers’. We gaan het gesprek aan met collega’s die destijds, dus vanaf de start in 1987, hebben bijgedragen aan de opbouw en ontwikkeling van De Haagse Hogeschool. Iedere maand een andere collega.
Heb je een suggestie voor een interessante ex-collega, of wil je zelf je verhaal wel kwijt..? Mail naar xnethhs@gmail.com.