‘Een expeditie naar Mars om inspiratie op te doen voor het Instellingsplan 2023-2028 van de Hogeschool.’
door Hans Tromp
Ik kreeg van Jerry Snelling een uitnodiging om mee te denken over het nog te schrijven Instellingsplan 2023 – 2028, ofwel HOP 9 van de Haagse Hogeschool.
Jerry, destijds mijn secretaris van de Examencommissie bij de faculteit Techniek, heeft als veelbelovend talent al een aantal mooie betrekkingen in de hogeschool en daarbuiten gehad. Nu is hij projectleider voor het tot stand komen van het HOP.
Hij wist dat ik ooit, zeg maar 35 jaar geleden, het eerste HOP schreef (en daarna nog twee), vandaar.
Altijd blij dat er nog iemand aan mij denkt, ging ik dus op de vroege ochtend van 17 maart naar de Hogeschool. Op de fiets realiseerde ik me ineens dat hun Future 2050 dichterbij is dan de periode waar ik op terug kijk. Ik word oud!
Zoals gebruikelijk kreeg ik een linnen tasje met allerlei spulletjes en kon ik mijn jas niet kwijt, want het was eigenlijk voor ’internen’. In het tasje zat een boekje met de titel ‘Waarom een Campus op Mars’, want ‘nadenken over ‘onmogelijkheden’ opent nieuwe opties voor de toekomst.’ Er stonden mooie voorbeelden in van producten en schrijvers die heel lang geleden iets bedacht hadden dat niemand voor mogelijk hield en nu toch werkelijkheid geworden was. Zoals de mobiele telefoon in Star Trek, die nu in ieders broekzak zit. Vervolgens werd aangegeven hoe wij moesten ‘exploreren’ en ‘maken’.
Na een ludieke opening moesten we aan de slag.
Ik zat in Expeditie A: Onderwijs en Onderzoek op Mars. We moesten met iemand praten in het Atrium en kwamen geheel spontaan Rash Rawal tegen, lid van het College van Bestuur met o.a. de portefeuilles voor Onderwijs en Onderzoek. Hij hoorde eigenlijk in een waarzegsterstent te zitten, maar daar pasten wij niet in. Het werd een geanimeerd gesprek, waarin hij helemaal leeg liep op de toekomst van het onderwijs zoals hij dat voor zich zag: studenten leren omgaan met onzekerheden en ontregeling (disruption), ze leren integraal problemen op te lossen, niet onderwezen worden maar van elkaar leren, ervaringsleren en nog veel meer mooie ideeën waar een omslag in het denken van iedereen voor nodig is.
Ik dacht: als je dat nu allemaal even opschrijft of aan een klerk dicteert, dan heb je je Instellingsplan. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. Het moet in een goede dialoog besproken worden zodat het uiteindelijk gezamenlijk gedragen wordt.
Helemaal waar natuurlijk! Ik moest ineens terug denken aan de periode dat ik zielsalleen in een kamertje achter een gebrekkige tekstverwerker het eerste strategische plan zat te verzinnen en op pad ging naar de Koninklijke Bibliotheek om allerlei bronnen te vinden over de demografische ontwikkeling en de bedrijvigheid in Den Haag. Internet was er nog niet. Ik durfde er toen eigenlijk met helemaal niemand over te praten, omdat ik dacht dat zíj verwachtten dat ik dat allemaal wel alleen zou kunnen. Wat een zegening van deze tijd dat je er met Jan en Alleman over mag, ja zelfs moet praten.
Alleen: waar waren Jan en Alleman? Uiteraard stonden er enkele ondersteunende stafmedewerkers welwillend mee te praten, maar ik zag geen docenten. Ik denk toch dat de losse structuur, de vrijblijvendheid en de werkdruk veel docenten heeft doen kiezen voor ‘andere prioriteiten’ en sommigen misschien gedacht hebben ‘Campus Mars, Loop naar de Maan’. Misschien toch iets teveel Future in relatie tot het dagelijkse gedoe waar iedereen in zit.
Ik heb medelijden met de mensen die van de opgehaalde indrukken en knutselwerkjes een samenhangende tekst moeten maken. En ik zou toch ook nog eens bij een aantal docententeams langs gaan…
Tenslotte: zelf heb ik mij uitstekend vermaakt. Bleek dat er best nog wel wat collega’s waren die hartelijk op mij af kwamen en ik kreeg een lunch met een hapje meelwormen: How Future is That! En wat zat er in het tasje? Een kartonnen brilletje met twee verschillend gekleurde glazen; instructieboekje; drinkflesje zonder water; reep chocola; een Kazoo; 3 kleuren markeerstift en een potlood.
Helaas ben ik zelf aan het maken van een knutselwerkje niet toe gekomen, ik had het te druk met alle vriendelijke collega ‘s, het was een warm bad!