Hoe gaat het eigenlijk met Hans de Bruijn
door Hans Tromp
Monter reis ik af naar Utrecht waar ik Hans de Bruijn zal ontmoeten in café Orloff aan de Donkere Gaard. Ik zit er nog maar net als Hans binnenkomt. Hij dacht al dat ik wat eerder zou zijn met al die treinen en nieuwe dienstregelingen.
Precies zoals ik Hans ken, vraagt hij eerst belangstellend hoe het met mij gaat. Altijd geïnteresseerd in ‘de ander’. Maar al gauw praten we honderduit over onze belevenissen en moeten we ons dwingen terug te keren naar het onderwerp van vanmiddag: ‘Hoe gaat het met Hans de Bruijn’.
Hans werkte van 1985 tot 2023 bij De Haagse Hogeschool en diens rechtsvoorgangers. Eerst (voor de fusie) op de Academie de Laan (aan de Morsestraat) bij de opleidingen Voeding en Diëtetiek en Toegepaste Huishoudwetenschappen. Later bij de opleiding Facility Management op de hoofdlocatie aan het Johanna Westerdijkplein. Hij studeerde andragologie (nu Sociale Veranderkunde) met als specialisatie communicatiewetenschappen en begon als docent voorlichting en communicatie.
Na de fusie werkte hij volledig voor Facility Management en werd vanaf 1992 International Liaison Officer, verantwoordelijk voor internationale samenwerking met buitenlandse Universiteiten en Hogescholen, organiseerde uitwisselingsprogramma’s en begeleidde studenten bij hun buitenlandstages.
Waar kijk je met de meeste trots op terug?
Eigenlijk kijk ik met de meeste trots terug op wat ik na mijn pensionering voor de hogeschool heb mogen doen. Samen met Rachel Kuijlenburg, Michael Geerdink en Lisette Meijer heb ik een masteropleiding Integrale Bedrijfskunde ontwikkeld, die vervolgens door de doelmatigheidstoets kunnen krijgen en laten valideren door de NVAO. Dat deed ik toen anderhalve dag in de week, maar soms ook wel wat meer. Het was een fantastisch avontuur. Zeker ook door de samenwerking met de mensen die hier genoemd staan. Ook belangrijk: deze (bekostigde) master loopt op dit moment heel goed. Na een start met 40 studenten zijn er nu in het derde cohort 60 voltijd en 40 deeltijdstudenten actief. Een eerste onderzoekje onder studenten wees uit dat er veel meer vanuit verschillende disciplines op een geïntegreerde wijze naar de bedrijfsvoering van organisaties gekeken wordt.
Waar heb je je het meeste aan gestoord?
Ik heb mij tijdens het werken bij de hogeschool nog wel eens flink kunnen ergeren aan de negatieve werkhouding van collega’s binnen de faculteit. Veel geklaag, gemopper en afgeven op elkaar en op het management. Terwijl de hogeschool toch een prima werkgever is, waar veel mogelijk is voor je eigen ontwikkeling en ook nog een zeer fraaie werkomgeving biedt.
Wat waren voor jou belangrijke mensen binnen de hogeschool?
Ik heb er wel een paar:
Joost van Krimpen (opleidingsmanager Facilitair Management red.) een vakinhoudelijk zeer deskundige leider, die de mensen goed kon meenemen in het denken over het vak en het opleiden daartoe, die het team docenten goed bij elkaar kon houden en de opleiding binnen de hogeschool duidelijk een eigen identiteit kon geven.
Leen Kroon (opleidingsmanager Commerciële Economie en later betrokken bij de ontwikkeling van Masters red.). Hij kon zeer autonoom opereren, maar was heel plezierig in de samenwerking. Ik heb vooral zeer goede herinneringen aan de reizen die wij maakten naar samenwerkingspartners in het buitenland.
En tenslotte Pim Breebaart. Ik zag hem vaak op vrijdagmiddag door de school wandelen, een praatje met de mensen maken. Hij kende ook nog iedereen van naam!
Een sterk veranderd inzicht op de hogeschool na pensionering?
In het kort: de hogeschool is te groot geworden, veel te bureaucratisch en er gaat te veel geld naar andere zaken dan het onderwijs zelf.
Hoe gaat het nu met je?
Anderhalf jaar geleden werden mijn vrouw en ik getroffen door COVID. Ik ben daar goed uitgekomen, maar mijn vrouw heeft long covid opgelopen en lijdt nog steeds aan een slopende oververmoeidheid. Dat is vreselijk. Dat heeft zijn weerslag gehad op onze relatie. Het heeft ertoe geleid dat ik van een mooi huis net buiten de stad weer verhuisd ben naar een appartement in Utrecht. Van daaruit kan ik nu veel gemakkelijker vrienden en kennissen ontmoeten en af en toe de stad in gaan. Daarnaast heb ik ook nog twee naaste familieleden verloren. Al met al een zware periode en ik ben is nu langzaam op de weg terug.
Wat doe je nu?
Op dit moment begeleid ik als facilitator Burgerberaden. Eén in Nieuwegein, gericht op bevordering van Gezondheid en Geluk en één in Wageningen. Daarnaast ben ik als vrijwilliger Taalcoach voor een Mexicaanse vrouw en een Turkse man.
Vanmorgen heb ik een E-gravelbike gekocht. Ik ben namelijk een echte kilometervreter op de fiets, zo’n 11.000 km per jaar. Ik maak vaak tochten van 10 dagen met bagage, vaak op onverharde wegen. Als de nieuwe fiets er is wordt het weer stoempen, dat geeft voldoening!
Wat was je mooiste boek en/of film onlangs?
Een paar dagen geleden was Ik in Wenen en daar trof ik in een boekhandel ‘Ein Ganzes Leben’ van Robbert Sethaler. Een zeer goed boek over een man die van jongs af aan veel pech in zijn leven heeft gehad, maar desondanks terugkijkt op een prachtig leven.
Ik heb een Cinevillepas en ga vaak in een verloren uurtje naar de film. Onlangs zag ik ‘My favorite cake’. Een bijzondere Iraanse film over een alleenstaande oudere vrouw die probeert de liefde te vinden.
Wat ga je morgen doen?
Wil van den Heuvel bezoeken, daarmee een stadswandeling door Leiden maken en het Wereldmuseum bezoeken. Ik heb nog veel contacten met oud-collega’s, waaronder Rachel Kuijlenburg. Wil, Paul Pouw, Ruud van Wezel, Frans Joosstens, Erik van der Laan, en wellicht nog meer dan ik nu zo even kan opnoemen ….
En dan is het alweer tijd! Hans loopt nog een stukje met me mee naar het station en wijst me nog even de weg. Typisch Hans!

