De Eerste
door Alie Horden
Johanna Westerdijk was géén gejaagde, zenuwzieke en gecompliceerde vrouw, constateerde een journalist van de Nieuwe Courant verbaasd in 1917 bij haar benoeming tot eerste vrouwelijke hoogleraar. Hij moest zelfs toegeven dat ze ‘jong en sympathiek’ was.
Ja, Johanna was een stoere botanicus, de eerste vrouwelijke hoogleraar en ook de eerste vrouwelijke directeur van het Phytopathologisch Laboratorium. Maar dit laatste vooral omdat ze goedkoper was dan mannelijke collega’s!
Het was vast een leuk mens, ze noemde zichzelf Hans en haar levensmotto ‘Werken en feesten vormt schoone geesten’ had zeker niet misstaan op de gevel van De Haagse Hogeschool aan het naar haar vernoemde plein. De studenten zouden dat motto zeker omarmd en in de praktijk gebracht hebben.
Hoe bijzonder is het eigenlijk om ‘de eerste’ te zijn? De eerste vrouwelijke arts, piloot, minister…, hún namen zijn bekend en er is naar de meeste ook een straat of plein naar vernoemd.
Na een aantal feministische golven zou het nu niet meer moeten uitmaken of er ergens een vrouw of man wordt benoemd. Maar toch hoorde ik in een discussie over de kortingen op pensioenen wéér een deskundige aangekondigd worden als de eerste vrouwelijk pensioenfondsdirecteur…. Waarom?! Het is geen bijzonderheid! Zo worden vrouwen gedwongen uit te leggen waarom nu juist zij die functie ‘mogen’ bekleden.
Verreweg het slechtste idee ooit is het zogenaamde voorkeursbeleid waarbij men alles op alles zet om vooral een vrouw binnen te halen. En als dat is gelukt wordt door de omgeving snerend verwezen naar datzelfde voorkeursbeleid, niet naar de capaciteiten van de betreffende vrouw. Maar het houdt niet op: deze maand concludeerde de SER dat voor de top van het bedrijfsleven een ‘vrouwenquotum’ (wat een rotwoord) hard nodig is en door de regering verplicht moet worden gesteld.
Ik zeg: ophouden daarmee. Gewoon vragend kijken als een College van Bestuur of Raad van Commissarissen uitsluitend uit mannen bestaat. Het heeft tijd nodig maar het komt vanzelf. Geen vrouw zit meer te wachten op dat predicaat ’de eerste’ of nog erger ‘de enige’.
Voordat je het weet hebben ze een plein naar je vernoemd waar ze dan ook nog eens een bijna niet te belopen waterzebra neerleggen.